Stichting ter Stimulering en Ondersteuning van een Bewuste Paardenfokkerij
De noodzakelijke stappen om een toekomst voor het Gelders Paard veilig te stellen
door Gerrit van Heijst
Deel I (van 3 delen)
Introductie
Als we kijken naar de fokkerij van het Gelders Paard met de wens om te komen tot een duurzame fokkerij die meer in balans is dan zien we problemen en kansen.
Kijken we naar alle berichten op facebook, dan zien we dat een hoop mensen betrokken is bij de fokkerij van het Gelders Paard en dat iedereen daar op zijn eigen manier mee bezig is. We zullen nog meer met elkaar moeten samenwerken zodat we de gewenste sturing kunnen geven aan de fokkerij. Als we kijken naar de aanwezige merries in de fokkerij, dan kunnen we daaruit een selectie halen van merries die extra interessant zijn op grond van bloedlijnen en/of sport prestaties. Belangrijk is dat de potentiële hengstenmoeders gecombineerd worden met bloedlijnen zodat we producten krijgen waar we mee door kunnen bouwen (dus gewenst vrije bloedlijnen).
Oog voor het verleden / het wiel niet opnieuw uitvinden
Misschien is het goed om goed te kijken hoe de fokkers voor ons het hebben gedaan. Misschien kunnen we daar iets van leren. (Heel toepasselijk de uitspraak van Cicero : To be ignorant of what occurred before you were born is to remain always a child.)
Het eerste wat opvalt is dat we binnen de fokkerij een reeks van fokkers hadden die echte bouwers waren en die moeite deden om iets te fokken wat er toe deed. Dus niet alleen een gebruikspaard fokken, maar een paard fokken die aan de kop zou kunnen komen te staan of minstens op viel. In de opbouw van het Gelders Paard werd het paard nog actief ingezet in de landbouw en waren er veel paarden nodig en paarden die wilden werken en waar iets van gevraagd werd. In zo’n grote populatie kwamen paarden bovendrijven en daar werd mee doorgebouwd. Fokkers probeerden de kwaliteiten van bepaalde hengsten (die een stempel drukten op de fokkerij) meermaal in een bloedlijn vast te leggen zodat deze een grotere invloed op de fokkerij uit konden oefenen. Door slimme combinaties haakten bloedlijnen ook in elkaar. Wat meespeelde was dat de fokkerij toen men er serieus mee begon om een doel na te streven nog uit een reeks losse elementen bestond. Een hele hoop van de bloedlijnen die gebruikt werden waren veelal geleend uit andere fokkerijen (Oldenburg, Oost-Friesland, Holstein, Hannover, Frankrijk, Cleveland Bay, Hackney en gedurende een korte periode ook Engels Volbloed) waarbij de basis het inlandse paard was (Belangrijk is om te beseffen dat die fokkerijen ook allemaal bezig waren met fokkerijontwikkeling. In Nederland werd van dat werk daar geprofiteerd en wij bouwden door op wat daar al was neer gelegd.) . Door kruising en selectie werd naar het fokdoel toegewerkt. Door gebruik van lijnenteelt bewust (door bouwende fokkers) of onbewust (door gebruik van (klein)zonen van eerder gebruikte hengsten of verwantschap via de vader of moeder van de hengst).
Merrielijnen van belang
Op deze manier ontstonden doorgefokte merrielijnen en o.a. uit deze merrielijnen ontsproten hengsten. Deze hengsten versterkten de fokkerij doordat die merrielijn(en) die door de hengsten werd meegegeven over de gehele populatie werd getrokken. Zie eind van de zin link over stamtafels, wat inzicht moet geven in bloedlijn opbouw, opbouw toevoeging bloedlijnen aan product en aanwezige merrielijnen bij een paard : http://www.stichting-sobp.nl/450035479 . Op die manier ontstond een basis die steeds verder werd versterkt en waar goed op doorgebouwd kon worden. De rol van een reeks van merrielijnen in het voortbrengen van een rij aan hengsten voor de fokkerij is zichtbaar via deze link : http://www.stichting-sobp.nl/425199473 Kijk naar de 2e paragraaf en zie de lijst van merries en de reeks van hengsten die ze voort hebben gebracht. De bouwers aan fokkerskant werd ook toegestaan om eigen hengsten in te zetten voor de fokkerij. Dat is ook de verklaring waarom we in een reeks van merrielijnen een vb hengst tegenkomen. En die merrielijnen vinden we ook weer terug achter hengsten. Een aantal vb hengsten staat ook als vader te boek van een volledig goedgekeurde hengst. Wat we zien in de ontwikkeling van fokkerij met de tijd is dat er meer lijn in begint te komen door het gericht bouwen van een reeks van bewuste fokkers. De invloed van die reeks van merrielijnen die steeds belangrijker worden voor de fokkerij met hun zonen speelt daar zeker ook een rol in. Belangrijk om niet te vergeten is de omvang van de fokkerij. Daardoor komen de interessante resultaten sneller bovendrijven waar de fokkerij dan weer van kan profiteren. Door die omvang en kennis van de fokkers konden er meters gemaakt worden in de ontwikkeling van de fokkerij.
Voorbeeld van bewuste lijnenteelt om eigenschappen voor de fokkerij vast te leggen
Graaf van Wittenstein is een bewust fokproduct van Evert van Binsbergen. De gedachte daarachter was om het Domburg bloed enigszins te consolideren zodat het een belangrijker rol in de fokkerij zou kunnen spelen. In Graaf van Wittenstein vinden we 37,5 % Domburg bloed. Graaf van Wittenstein is geboren in 1942. Domburg is geboren in 1916. Dan hebben we het over 27 jaar na de geboorte van Domburg (Domburg’s laatste fokproducten zijn geboren in 1944). Nu in 2021 zien we dat het Graaf van Wittenstein bloed nog steeds een rol speelt en een belangrijke rol gespeeld heeft in de opbouw van het Gelders Paard. Een artikel over de invloed van het Graaf van Wittenstein bloed is te vinden via deze link : http://www.stichting-sobp.nl/448793528 .
Daarin is o.a. te lezen dat Casaron in Nederland en Rampal in de VS nog een rol in de verdere uitbouw van de invloed van het Graaf van Wittenstein bloed kunnen verzorgen.
Domburg geboren in 1916 en Colonel geboren in 1915 laten met hun laatst geboren nakomelingen in 1944 zien gewenste producten te brengen voor de fokkerij van het Gelders Paard. Anders werden ze op die leeftijd niet meer ingezet. Van Colonel werd bijvoorbeeld het volgende gezegd toen hij op 27 jarige leeftijd in het voorjaar werd geshowed :
Dit beste fokproduct van stal Sipman te Elst (Colonel) heeft schijnbaar de eeuwige jeugd. Zelden zagen we hem jonger dan eenige weken geleden op een zachten, zomerschen Maarschen middag. Best in conditie walste hij den straatweg uit zoals bijna geen enkel vaderpaard ‘t hem zal nadoen. Hij leek wel een speelschen jaarling.
Het is duidelijk dat het veel waard is om dit soort bloed ook voor de toekomst in een zinvolle vorm in nieuwe generaties mee te kunnen nemen. Dat dit kan zal hieronder duidelijk worden.
Colonel en Domburg zijn beiden drager van het Mentor bloed dat terugloopt op dat van de Oostfriese hengst Martin. Martin zijn karakteristieke zoon Sultan II , die weer vader was van Mentor die ook veelvuldig in de opbouw van het Gelders Paard terug te vinden is, was zeer geliefd bij de fokkers. In de fokkerij zijn Uron en Selim, alhoewel nazaten in mannelijke lijn van Domburg toch ook nadrukkelijk beïnvloed door Colonel die bij beiden 3x in hun bloedopbouw terug te vinden is. Het is dan ook wenselijk om het Uron en Selim bloed nadrukkelijk in de fokkerij ontwikkeling van het Gelders Paard mee te nemen. Over de Martin invloed via oa Domburg en Colonel bij Uron en Selim en hun verdere bloedopbouw kan men meer te weten komen via bijgaande link : http://www.stichting-sobp.nl/434994286 . Uron en Selim gaven paarden met balans en beweging en waren geliefd bij de gebruikers. Het is dan ook niet vreemd dat je deze bloedlijnen veel tegen komt bij goed presterende sportpaarden.
Wat kunnen we doen om nog zo veel mogelijk mee te nemen aan gewenste eigenschappen vastgelegd in een reeks van bloedlijnen, die anderen met veel moeite hebben proberen vast te leggen en wat niet of weinig in de Gelders paard fokkerij van nu is terug te vinden.
We moeten het wiel niet opnieuw gaan uitvinden. Wat zich bewezen heeft moeten we niet bang zijn om over te nemen. Als we de fokkerij van toen vergelijken met die van nu dan was die toen jaloersmakend groot van omvang. Die tijd is voorbij en zal nooit meer komen. Sterker nog we zullen nu als Gelderse fokkers moeten anticiperen op de nabije toekomst. Want in de nabije toekomst zal de fokkerij nog kleiner worden, gewoon omdat een hoop fokkers de leeftijd bereiken waardoor ze stoppen met fokken. Tegelijkertijd zien we dat de grond in Nederland zo duur is geworden dat het veel moeilijker is voor nieuwe of jonge fokkers om in te stappen. In zo’n kleine fokkerij is het dan van belang om over fokmateriaal te beschikken wat een zekere voorspelbaarheid in zich draagt, net zoals gebruik van gesexed sperma, wat in Engeland voor heel kleine fokkerijen ingezet wordt omdat de fokkerij anders niet in stand te houden is. Tegenover die gewenste zekerheid staat een fokkerij van toverballen die tot stand komt als zowel de merrie als de hengst gaan strooien. Als je een consistente lijn kruist met een andere lijn die afwijkt in voorkomen, dan krijg je een kruisingsproduct. Als een hengst en een merrie beiden een kruisingsproduct zijn, dan wordt de voorspelbaarheid van de fokkerij klein. Zou je 4 veulens achter elkaar fokken, dan riskeer je 3 tot 4 verschillende type veulens. Behalve dat de herkenbaarheid van het Gelders Paard wordt aangetast, komt ook de fokkerijontwikkeling van het Gelders Paard onder druk te staan. Jammer genoeg beschikken we in Nederland niet over gesexed sperma waardoor het van belang is om wat ze in Duitsland Erhalterhengsten noemen beschikbaar te hebben. Die moeten de herkenbaarheid van het Gelders Paard bewaren.
De afgelopen jaren heeft er een indringende discussie plaats gevonden of de fokkerij wel de goede kant op gaat omdat een hoop mensen in de Gelders Paard fokkerij steeds meer een rijpaardtype zien ipv een Gelders Paard wat voorop gezet wordt. Maar ook door de buitenwacht wordt met vraagtekens gekeken naar de fokkerij van het Gelders Paard. Ondertussen hebben wij deze kruisingsproducten aan de hengstenkant en aan de merriekant in de fokkerij zitten. Zoeven is aangegeven dat de ontwikkeling van de fokkerij van het Gelders Paard hierdoor onder druk komt te staan. Behalve de onvoorspelbaarheid is ook de steeds verder inkrimpende fokkerij een gevaar omdat de kans op gewenste producten in zo’n fokkerij steeds kleiner wordt. Tegelijkertijd is de behoefte aan ‘Gelderse’ hengsten steeds groter en dan ook hengsten die massa meebrengen als tegenwicht tegen al dat andere bloed. Voor mensen die zich afvragen wat dan het uiteindelijke fokdoel is : een Modern gelijnd Gelders Paard met voldoende massa en bot wat voor de amateur tot op Z-niveau inzetbaar is.
Eerder is al aangegeven dat de fokkerij giga kleiner geworden is vergeleken met de periode dat de omsteek naar de tractoren in de landbouw en het paard grotendeels alleen nog maar voor de sport ingezet ging worden. Dit is met name ten koste gegaan van het aantal beschikbare merrielijnen voor de fokkerij.
Over de jaren heen was te zien dat het aantal merrielijnen van een fokker in de meeste gevallen niet veel aan wisseling onderhevig was. Men fokt met een merrielijn, is daaraan gehecht en men probeert deze te verbeteren. Op dit moment zijn nog een reeks van merries/merrielijnen beschikbaar die relatief dicht op Gelderse fokkerij zitten. Wat nog belangrijker is we kunnen behalve de merrielijn, ook bloedlijnen van hengsten terughalen of verbreden. We zijn een hoop interessant bloedlijnen kwijt geraakt. Het interessante aan die bloedlijnen is dat die vaak terug te vinden zijn bij paarden die presteren in de sport. Dus met dat bloed kan er behalve een verbreding van het aantal beschikbare merrielijnen ook een uitbreiding van gewenste bloedlijnen plaats vinden. We zullen ook moeten beseffen dat het aantal fokkers ook bij de rij- en tuigpaarden terug loopt en dat daarmee de beschikbaarheid van dit soort merrielijnen en bloedlijnen mogelijk stil komt te vallen. Actie is dan nodig om gewenste bloedlijnen en merrielijnen voor de toekomst zeker te stellen.